Ik deed het weer.

Op tijd slapen was het plan. Maar de nieuwe dag is al begonnen wanneer ik met de meubels schuif. Tijd voor een grote verbouwing in mijn werk en hobbykamer.

Het slapen lukte dan wel niet. Mezelf dwingen in bed te blijven wel. In mijn hoofd perfectioneerde ik de inrichting en in gedachten zag ik me al in alle nieuwe hoekjes actief zijn. Blij met het vooruitzicht van een nieuwe werkomgeving viel ik een paar uur later in slaap.

Ondertussen is het 22 uur de volgende dag en zit ik in mijn nieuwe leeshoek deze column te typen.
Eindelijk weer.

Opdracht met deadline? Makkie. 
Schrijven voor mijn eigen platforms, werken aan mijn eigen projecten? Hersenen gaan uit.

Maar morgen schuif ik door naar een ander hoekje in deze kamer. Dan kruip ik op de stoel waar ik de laatste weken nog geen 30 seconden comfortabel op kon zitten. 

Nu mijn vaste werktafel en stoel weer een ander uitzicht hebben zal het morgen de plek zijn waar ik eindelijk, in alle rust, weer iets op FlexTukkers publiceer.

Want toen deze week het thuiswerken weer extra belangrijk werd, en verschillende opdrachten daarom niet doorgingen kreeg ik het benauwd. 


Daar gaan we weer. 


Ik wilde wegrennen. Geen idee waar naartoe.
Maar zoals altijd. Na vluchtdrang kwam verhuisdrang. 
En toen wist ik dat ik gered was. Alles wat ik al eerder in columns schreef schoot me weer te binnen.

Beweging en verandering van omgeving als tactiek tegen onderprikkeling. Stop met vechten en geef je over. 

Maar voor ik me dat realiseerde moest er eerst paniek komen. De drang om te schreeuwen. Te stampen. Om te rennen, weg weg weg.

Want ik deed het weer. Ik vergat dat ik FlexTukker ben.